CONDITIE, REACTIE & COÖRDINATIE

SNELHEID, REACTIE & VERSNELLING

Snelheid is van wezenlijk belang voor diverse sporters. Hoe sneller je bij de tegenstander bent des te beter kun je slaan. (Of bij een voetballer) hoe sneller je bij de bal bent des te beter kun je schoppen. Uithoudingsvermogen en krachttraining moeten dus in dienst staan van de snelheidstraining. (snel)krachttraining heeft hier een positief effect op Snelheidsuithoudingsvermogen en dat vooral vermoeidheid juist leidt tot vermindering van de snelheid, Snelheidstraining moet je dus uitgerust beginnen.
Vier vormen van snelheid
Wanneer we spreken over snelheid dan hebben we te maken met vier vormen van snelheid.

  1. Reactiesnelheid
    Reactiesnelheid is de snelheid waarmee iemand reageert op een bepaalde prikkel. Dit kan de reactie op een startschot zijn (dan is het gehoor heel belangrijk) maar ook de reactie op een gespeelde bal (dan zijn de ogen zeer belangrijk dus het zicht op de bal). Nog een voorbeeld is een bokser in het gevecht die direct kan anticiperen op zijn tegenstander de reactiesnelheid kunnen wel 1000e van secondes zijn, ook moet deze direct kunnen reageren op de aanwijzingen van de coach tijdens zijn gevecht. Een goede concentratie, motivatie en conditie zijn dan ook de belangrijkste elementen.
    Hoe beter je in vorm bent des te sneller de reactie. De moeilijkheid bij bijvoorbeeld boksen, is dat er een gecompliceerde reactie wordt gevraagd. Je moet direct kunnen reageren op je tegenstander.
    De moeilijkheid bij bijvoorbeeld balsporten is dat er een gecompliceerde reactie wordt gevraagd. Je moet niet alleen reageren op een gespeelde bal, maar deze bal kan door effect (de ‘knik’) of door de wind ook nog opeens van richting veranderen. (Dit in tegenstelling tot bijv. de start bij de 100 meter sprint, waar alleen de ‘eenvoudige’ reactie op het startschot wordt gevraagd).
  2. Acceleratiesnelheid
    Je moet het stilstaande lichaam opeens naar een maximale snelheid of kracht brengen.
    Je moet nl. zo snel mogelijk bij het boksen bij je tegenstander komen of bij het trefvlak. Je moet dan zeer snel kunnen reageren met bijvoorbeeld een hoek,opstoot of een gestrekte stoot hierbij komt de moeilijkheid dat dit rechts en linkshandig moet,je kunt dan wel nagaan als je rechtshandig bent georiënteerd links veel moeilijker is en visa versa. Bij balsporten moet je zo snel mogelijk bij de bal zijn, wanneer er bijv. een bal gekeerd of teruggespeeld moet worden. Er moet dus een versnelling plaatsvinden. Dit kost kracht. Hiervoor is de snelkrachttraining. Daarnaast zijn bij snelheid twee dingen heel belangrijk nl. de combinatie van paslengte (=de grootte v.d. passen) en de pasfrequentie (= het aantal passen). Bij (technische) balsporten is vooral de frequente heel belangrijk hoe groter de frequentie en hoe kleiner de pas, des te sneller kun je reageren. Dit is ook goed trainbaar. Hoe beter een sporter getraind is, des te langer kan hij versnellen. Naast het snelle verplaatsen van je lichaam moet je natuurlijk ook nog een snelle armslagbeweging maken om je tegenstander te raken of de bal.
  3.  Maximale snelheid of snelheidsuithoudingsvermogen
    Wanneer je een keer de maximale snelheid hebt bereikt moet je dit ook even vol kunnen houden. Een voetballer die accelereert met de bal aan de voet moet wanneer hij op topsnelheid is door kunnen lopen tot aan het perk om een bal te keren of Misschien nog net met de stuit terug te spelen tot in het perk. Hiervoor is een hele goede coördinatie nodig. voor een bokser is bijvoorbeeld een serie van misschien wel 20 stoten op een volgend in allerlei combinaties.
  4. De negatieve versnellingsfase of vertragingsfase
    Deze treedt op wanneer de topsnelheid door vermoeidheid niet meer kan worden volgehouden.

Trainbaarheid
Het is veel moeilijker om snelheid te trainen in tegenstelling tot uithoudingsvermogen en kracht. Sporters die in algemene zin goed getraind zijn, zijn vaak veel sneller dan ongetrainden. De mate van getraindheid uit zich vooral in een snellere reactietijd, een langere versnelling en langer snelheidsuithoudingsvermogen. Een ding is duidelijk; wanneer je echt op snelheid wilt trainen moet je dat zo uitgerust mogelijk doen, neem tussen twee oefeningen ook voldoende pauze, want vooral bij snelheidstrainingen zijn de kansen op blessures het grootst vanwege de explosieve bewegingen en de reactiesnelheden.

Weerstand doormiddel van elastiek
Naast snelkrachttraining wordt er bij snelheidstraining veel gebruik gemaakt van elastiekoefeningen. Met een elastisch koord om je middel worden allerlei startvormen en andere oefeningen bedacht. Je bouwt eerst de spanning van het koord op, om vervolgens ‘los’ te laten. Je wordt als het ware gekatapulteerd. Vroeger en misschien tegenwoordig nog wel, werden fietsbanden gebruikt om de slag- schopbeweging van de armen of benen te trainen. Het idee was om arm-been krachtiger te maken door de weerstand van de arm-beenbeweging groter te maken. De fietsband /elastiek werd dan achter aan de muur bevestigd, en vervolgens maakte je eindeloos de slag-schopbewegingen. Als je nu naar de vier vormen van snelheid kijkt gerelateerd aan de arm-beenbeweging dan gaat het alleen om reactiesnelheid en acceleratiesnelheid. Wanneer je de slag-schopbeweging naar voren maakt wordt de weerstand steeds groter omdat de spanning op het elastiek toeneemt wanneer die wordt uitgerekt. Je hebt dus meer kracht nodig om dezelfde snelheid te houden. Maar de beweging moest juist versneld worden. Je kunt begrijpen dat deze oefening derhalve averechts werkt bij snelheidstrainingen. Wanneer je juist andersom werkt, dus het elastiek voor je bevestigd, dan wordt de spanning op het elastiek opgevoerd bij de beweging naar achteren. Wanneer je de slag-schop naar voren maakt wordt de beweging juist wel versneld. Het is duidelijk dat bij balsporten vooral de reactie snelheid en de acceleratiesnelheid van belang zijn. Bij boksen komt de factor kracht hier ook bij.